Vóór en ná
Van de week kocht ik een instagramcursus ‘long story short’. Ik durf namelijk geen filmpjes te maken en bedenk me steeds dat het toch wel handig zou zijn om mijn ondernemingsvaardigheden mee uit te breiden. Ik snap ook dat Jet (mijn verstand) er vanalles van vindt en dat dat niet helpt. En buiten Jet vindt mijn man er ook vanalles van; teksten redigeren is één ding, maar wat, dat ongeleid projectiel dat zich zijn vrouw noemt, gaat zeggen op film, is wat anders. Een opdracht suggestie van de, uitermate cameraproof, dame was, maak een filmpje met vóór en ná effect. Ruim bijvoorbeeld een kast op, verf een muurtje of film je coupe vóór het bezoek aan de kapper en erná. Mijn weerstand werd zo mogelijk nog groter en ja ik weet dat mijn ‘opstandige’ deel sowieso iets teveel ruimte achter het stuur van mijn bus inneemt. Dus ik filmde niks en heb de afgelopen week gedraaid, gedacht, gewikt en gewogen. Wat betekent voor mij vóór en ná, authentiek en binnen Opstellers?
Ik ga echt geen muurtje schilderen voor de kijkcijfers, hoe enorm satisfying de fundamake-over plaatjes ook zijn op het gelijknamige instagramaccount. En dat bevredigende van een slechter vóór en een beter ná, is waar voor mij de schoen wringt. Want dat is wat de meeste mensen fijn vinden, feel good en films die goed aflopen. De afgelopen twee weken was ik namelijk erg van de leg. Zonder al teveel details te willen en kunnen weergeven; een vrouw die ik in begeleiding had rondde het traject bij mij blij af met voor mij een lief kaartje en bosje bloemen en twee dagen later stortte haar wereld in door een groot verlies. ‘Dag’ vóór en ná, ‘hallo ‘werkelijkheid’. De vrouw die dat lieve kaartje heeft geschreven is niet meer dezelfde als degene die ik van de week aan de telefoon had.
Afgelopen week waren wij drie jaar getrouwd en google-foto’s heeft de optie dat het van jaren geleden foto’s weergeeft. In mijn geval zag ik een aantal weken geleden tegelijkertijd een bezorgd snoetje met eerste chemo achter de rug in 2007, ongeveer 14 weken zwanger van Sjef, haren kort geknipt om te voorkomen dat Siem, toen 2 jaar oud, bij een knuffel van mama geen plukken haar in zijn hand zou houden, én ik zag foto’s van mijzelf met vriendin C de laatste passing van mijn trouwjurk doen in 2017. Met tien jaar ertussen, de ultieme vóór en ná beleving.
Ware het niet dat ik, het kader van vóór en ná, bij veel levenszaken een heel akelig kader vind. Het veinst een controle-systeem wat er niet is. Lineair denken, oftewel oorzaak en gevolg -denken of verklaringen zoeken, zie ik ook toegepast worden in zaken die niet zo te benaderen zijn. Sterker nog het geeft een soort houvast wat groei remt. En het is meer verweven in ons denken en handelen dan waar je je bewust van bent. Bespreek maar eens een probleem met iemand en je krijgt 9 van de 10 keer een diagnose, verklaring of ongevraagd advies. Zelfs ik maak me daar wel eens schuldig aan.Veel van de mensen met wie ik werk zeggen regelmatig bij burn-out, worstelingen, verlies en lichamelijke aandoeningen ‘ik wil weer de oude worden’. Ook ik heb gezocht in de jaren na de behandeling of ik mezelf weer ergens kon herkennen op de foto’s die ik nam. Naast een prednisonhoofd, droeg het vertrek van de vader van de kinderen bij aan de enorme onzekerheid die ik voelde. Ik hield me vast aan een foto die ik voor alle ellende begon genomen had, die vrouw wilde ik weer zien. Als ik weer zo zou kunnen zijn, dan .. ja dan wat? Weer houvast en gevoel van controle? Eigenwaarde? Maar goed, terug naar dat ‘weer de oude worden’ of als ik nou meer weer wat meer energie zou hebben of weer een leuke relatie. Ik hoorde een vriendin, die ook kanker heeft gehad, laatst zeggen dat ze zichzelf saai vindt zoals ze nu is. Je wordt een soort van je eigen blinde vlek in het vergelijken met wie je was. Zoals ik al eerder zei, het remt vooruitgang. Je zet jezelf klem in je voormalige ‘ik’, gaat de pijn uit de weg die nodig is om je weer opnieuw te verhouden tot wat er aan de hand is en wat je belangrijk vindt. In weer ‘de oude worden’ zit meestal de angst voor het onbekende verborgen.
Van de week kopte de krant ‘Nationaal plan voor klachten na kanker’ en ik zag een aantal mensen op sociale media blij zijn met de erkenning. Ik juich niet. Ik heb al veel langer het gevoel dat ‘kanker’ een markt is waar heel veel overtuigingen opgeplakt zijn, waar behoefte aan controle is terwijl die er vaak niet is. In erkenning van klachten via een ‘nationaal plan’ zit voor mij een verklaringenmodel, regeltjes en daarmee een beeld van hoe je je zou moeten verhouden tot een ziekte. Je kan het ineens goed of fout doen. Sterker nog je hebt ineens ‘iets’ erbij, moe is niet meer gewoon moe maar vermoeidheid na kanker. Waarschijnlijk deels terecht én ook een relatie tussen vermoeidheid en kanker waar ik me van afvraag hoeveel perspectief daar nog in zit. Er komt een frame, koppeling van ervaringen op die ook beperkend kan zijn. Mijn man weet hoe pislink ik word wanneer ‘de strijd verloren of gewonnen’ opduikt in relatie tot kanker. Ook zoiets wat in ons taalgebruik is geslopen in relatie tot kanker en de suggestie wekt dat je van kanker kan winnen of verliezen.
Er zijn nog veel revalidatiecentra die voorschrijven hoe energiemanagement zou moeten. Regelmaat, iedere dag dezelfde tijden aanhouden, je energie verdelen. Wijs wanneer je daarvoor kiest. Maar wat als je nu liever één dag knalt en de keuze maakt om de volgende dag een vaatdoek te zijn? Kunnen we naar een maatschappij waar ‘de nieuwe’-zijn, ervaren, veranderen, doen wat je waardevol vindt en waar vooral erkenning is voor het gebrek aan controle op veel zaken?
p.s. een half jaar na die geweldige trouwdag, stortte ik in. Jet (verstand) had namelijk bedacht dat ik in ieder geval 40 moest worden en zoonlief 10 jaar oud moest zien worden. Mijlpaal gehaald, was daar toch ineens een hoop ellende die er even uit moest. Nu weer, of nog steeds, stralend en gelukkig. Levens verlopen niet lineair en dat is eigenlijk heel bevrijdend 🙂
Bovenste foto is september 2007, de tweede foto is mei 2007 en de onderste is augustus 2017.